162 16 MAART 1932. komstenbelasting was, namelijk afdoende. Is men aan het maximum aantal van 80 toe, dan zal men de Personeele Be lasting of de gas- en electriciteitstarieven moeten gaan ver- hoogen, ofwel nieuwe zakelijke belastingen gaan heffen, doch Spr. zou dit zoolang mogelijk willen vermijden, omdat daarin factoren zijn, die hij niet zoo billijk vindt. Hij acht het dan ook beter er voor te zorgen, dat het maximum aantal op centen op de gemeentefondsbelasting niet zoo spoedig be reikt wordt, door de posten in verband met elkaar te bezien. Burgemeester en Wethouders hebben nu reeds de resreve aangesproken, omdat zij in deze economisch moeilijke om standigheden dat gemotiveerd achten. Spr. begrijpt niet, dat de heer Haaiman dit zoo verschrikkelijk vindt; men heeft toch immers gereserveerd om het in tijden van nood te kunnen gebruiken. Burgemeester en Wethouders vinden dit beter dan tot verdere verhooging van opcenten over te gaan, ook omdat het tegenwoordig de vraag is: hóe worden de be dragen, welke de Gemeente noodig heeft, opgebracht. Het antwoord kan niet anders zijn dan: moeilijk. Verder heeft de heer Haaiman te kennen gegeven, dat de handelwijze van Burgemeester en Wethouders niet over eenkomt met de door hen altijd zoozeer gewenschte stabili teit. Spr. kan daarop antwoorden: Burgemeester en Wet houders streven nog steeds naar stabiliteit, maar zij is op het oogenblik niet te bereiken. Kijk maar eens naar de maat regelen, welke andere gemeenten moeten nemen, dan is Breda daarbij vergeleken uiterst stabiel. Spr. gelooft dan ook, dat, als men er hier met een niet te groote belastingverhooging kan komen, men blij mag zijn. De bewuste 38.000 is een restant van het batig saldo van den dienst 1930. Spr. meent wel te mogen mededeelen, dat de dienst 1931 hoogstwaarschijnlijk ook een behoorlijk batig slot zal opleveren. Of het volgend jaar meer opcenten ge heven zullen moeten worden, daarvan is nu niets met eenige zekerheid te zeggen. Als men zoo financiert als Burgemeester en Wethouders in hun nota voorstellen, dan gelooft Spr.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 162