hr^y 16 rieele circulaire te brengen of de Rijkssubsidie te verliezen. Het heeft hem daarom ook zoozeer verwonderd, dat de heer K r o o n e de vraag stelt, of men er niet buiten zou kunnen art. 10a in de steunregeling op te nemen. Spr. voor zich vindt ook, dat men op het oogenblik reeds voldoende limiet heeft in de bepaling, dat de steunuitkeering niet meer mag be dragen dan van het verdiende loon, maar dat neemt niet weg, dat men art. 10a natuurlijk heeft op te nemen. Evenwel zijn de daarin voorgestelde cijfers zoo genomen, dat ze zoo weinig mogelijk veranderingen zullen brengen. Wat de door den heer M e ij v i s aangeroerde verslech tering betreft; de verdiensten der vrouw zijn inkomsten uit arbeid verkregen en deze zijn ook onder de oude regeling voor 2/3 in mindering gebracht voor zoover ze boven 3. per week komen; dit beteekent dan ook geen verslechtering. De eenige verslechtering, die deze herziening met zich brengt is, dat voortaan de inkomsten niet uit arbeid verkregen, dus o.a. pensioen, in plaats van voor 2/3, tot ,het volle bedrag op den steun in mindering moeten worden gebracht. Maar, daarin zit niets onbillijks. Tegenover deze verslechtering staat de verbetering in de uitkeering van hen, die na 1 Januari 1931 zijn gehuwd. De heer M e ij v i s heeft het lossen van een schip met steenen door arbeiders van buiten Breda, het geven van een slecht voorbeeld door de Gemeente genoemd. De heer M e ij v i s weet echter, dat in alle gemeentelijke bestekken de bepaling is opgenomen, dat het personeel van den aan nemer voor 80 a 90 uit Bredasche arbeiders moet bestaan. Ook weet hij, dat, wanneer men steenen koopt, de levering soms geschiedt franco op den wal, d.w.z. dat het lossen aan den leverancier is overgelaten. Spr. zegt, dat reeds ge tracht wordt daarin verandering te brengen, maar een en ander geeft den heer M e ij v i s in geen geval het recht om te zeggen, dat de Gemeente in deze een slecht voorbeeld geeft; hij moest niet trachten de dingen ernstiger voor te stellen dan zij zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 166