16
9 FEBRUARI 1932.
de overgave van de Personeele Belasting met huid en haar,
de voor 5 jaren vastgelegde uitkeering per inwoner, zijn
factoren, die een veel grootere stabiliteit geven aan de ge
meentelijke financiën dan de heffing naar het inkomen. En
juist die grootere vastheid der inkomsten is vooral in deze
tijden een zegen.
Mijnheer de Voorzitter, te lang wellicht bleef ik stilstaan
bij de droevige omstandigheden, die ons allen vervullen.
Ik wil dan ook eindigen, doch niet dan na U te hebben
toegewenscht, dat Godes onmisbaren zegen het door U voor
onze goede stad te verrichten werk moge doen gedijen, der
burgerij tot heil en zegen.
Ten slotte, Mijnheer de Burgemeester, wensch ik, namens
den Raad, Mevrouw Van Sonsbeeck, die steeds aan de zijde
van haar man staat, waar de eer en waardigheid van Breda
moeten worden hooggehouden, U en Uwe kinderen van harte
toe, dat 1932 voor Uw gezin een in elk opzicht gezegend
jaar moge zijn.
De VOORZITTER dankt den heer Houben voor diens
vriendelijke woorden en den Raad voor de instemming,
welke hij daarmede heeft betuigd.
Daarop deelt de VOORZITTER mede, dat van den heer
E 1 i c h bericht is ingekomen, dat hij .wegens ongesteldheid
verhinderd is deze vergadering bij te wonen.
Vervolgens zegt Spr., dat de notulen van het verhandelde
in de vergadering van 3 December 1931, overeenkomstig het
bepaalde in art. 8 van het reglement van orde voor den
Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en
hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of
iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of
eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden die notulen
onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.