186 29 APRIL 1932. Evenwel dient te woren erkend, dat de inschrijving daardoor ongunstig beïnvloed kan worden. Er is in verband met deze uitkomst op de laagste inschrij ving gewezen, doch dit is geen goed uitgangspunt ter ver gelijking. Men moet niet vergeten, dat men de inschrij vingen bij dit werk niet au sérieux moest nemen; Burgemeester en Wethouders hebben dit onmiddellijk begrepen en hebben daarom tot uitvoering in eigen beheer last gegeven, overtuigd zijnde, dat de Raad hierbij geheel aan hun zijde zou staan. Spr. nu zal geen debat over het vraagstuk „eigen beheer of publieke aanbesteding" ontketenen; hij ziet daarin voor zich geen principieele kwestie en is van oordeel, dat men elk geval op zich zelf moet bekijken. Spr. zou dan ook niet de conclusie durven trekken, waartoe de heer Broos in zijn betoog komt, name lijk, dat uitvoering in eigen beheer steeds de voorkeur ver dient. Hij wijst in dit verband op het roode Zaandam, waar door een speciaal daarvoor ingestelde commissie is nagegaan, wat voor de gemeente het voordeeligste is. Zij is tot de con clusie gekomen, dat voor de uitvoering van nieuwe werken publieke aanbesteding het meest gewenscht is en voor onder houdswerken uitvoering in eigen beheer. Nu zegt de heer Broos wel, dat voor werken, welke publiek aanbesteed waren, telkens aanvullingscredieten noodig bleken te zijn, terwijl zulks bij werken, in eigen beheer uitgevoerd, niet voor kwam, maar men moet daarbij niet uit het oog verliezen, dat de boekhouding bij den dienst van Openbare Werken vóór de onlangs plaats gehad hebbende reorganisatie niet overzichtelijk was; daardoor was het niet altijd mogelijk de meerdere kosten, voor de uitvoering van werken in eigen beheer benoodigd, te onderscheiden, terwijl dit wel het geval was met de aanvullingscredieten voor aanbestede werken. De heer Van Keep heeft terecht gewezen op het feit, dat in vorige jaren de prijzen der materialen steeds omhoog liepen, terwijl zij thans dalen. Dit is ook wel degelijk merk baar bij publieke aanbestedingen van recenten datum; de in schrijvingssommen blijken regelmatig lager te zijn dan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 186