190
29 APRIL 1932.
„overweging te geven, op het voorstel van bovengenoemde
„leden van Uwen Raad niet in te gaan."
De heer BROOS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Bij het debat over de begrooting voor 1932 is ook door mij
gesproken over de inkorting van den duur der kermis, mits
daardoor de inkomsten der Gemeente niet zouden vermin
deren. Doch daar volgens mededeeling van Burgemeester en
Wethouders de Nederlandsche Vereeniging van Kermisvak-
genooten die inkorting eenerzijds zou betreuren en zij, volgens
haar, anderzijds ook wel degelijk van invloed zou zijn op de
inschrijvingsbedragen, terwijl Burgemeester en Wethouders
ook van meening zijn, dat de opbrengst der te verpachten
plaatsen zal verminderen en ook een belangrijke vermindering
van de vermakelijkheidsbelasting een gevolg van de inkorting
zou zijn, stel ik om al deze redenen geen prijs meer op inkor
ting van de kermis en kan ik mij wel met het advies van
Burgemeester en Wethouders vereenigen.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu
conform het advies van Burgemeester en Wet
houders besloten.
8. Adres van P. L e g e i n, verzoekende zijn terrein, ge
legen aan Vught- en Liniestraat, voor woningbouw te mogen
benutten.
9. Adres van A. vanVuuren, verzoekende den termijn
van ontruiming der onbewoonbaarverklaarde woningen Haag-
dijk nos. 61 en 61a te willen verlengen.
De VOORZITTER geeft in overweging, deze beide
adressen te stellen in handen van Burgemeester en Wethou
ders om prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.