210
29 APRIL 1932.
thans eenigszins anders, maar desniettegenstaande zijn Bur
gemeester en Wethouders er toch voor om nu door te zetten.
Men zal vermoedelijk de concessie anders op aandringen van
hoogerhand aan een particulier moeten geven, zoodat Breda
dan toch radio-distributie krijgt. En nu zal men toch moeten
toegeven, dat het dan beter is, dat de Gemeente zelf de
zaak in handen houdt. De radio heeft evenals de bioscopen
niet zooveel van de malaise te lijden; de menschen zoeken
toch opbeuring. Welnu, laten wij ze dan ook deze opbeuring
op de voor de Gemeente meest gewenschte en, naar het zich
laat aanzien, voordeelige wijze geven. Inlichtingen van den
laatsten tijd, in andere gemeenten genomen, leiden er toe in
deze eenigszins optimistisch te zijn. Spr. meent dan ook, dat
Breda gerust de radio-distributie ter hand kan nemen.
De voorstellen van Burgemeester en Wethou
ders worden daarop in stemming gebracht en
aangenomen met 19 tegen 6 stemmen.
Voor: de heeren Venker, Van Bedaf, Me ij vis,
Van Houten, Haaiman, Cohen, Ku ij laars,
Schrauwen, Van Arendonk, Kooijman,
Brantjes, Crul, Van der Ven, Mabelis, Es-
bach, Broos, Van Buitenen, Gruijs en Visser.
Tegen: de heeren Loonen, Elich, Van de Ven,
Van Keep, Van Mierlo en Houben.
Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming be
sloten, de door den Minister van Waterstaat aan
de gemeente Breda verleende machtiging voor den
aanleg en het gebruik van een radio-distributie-
inrichting, als bedoeld in art. 25 van het Radio
reglement 1930, te aanvaarden.