29 APRIL 1932. 211 31. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van een nieuwe verordening op de winkelsluiting, luidende als volgt: „Hierbij hebben wij de eer U aan te bieden een ontwerp „winkelsluitingsverordening. Vaststelling eener nieuwe ver ordening is noodig, omdat door het inwerkingtreden der „Winkelsluitingswet (waarschijnlijk op I Mei a.s.) de huidige „verordening op de winkelsluiting zal komen te vervallen. ,.De wet zelf zal in het vervolg een uitgewerkte en afge- ronde regeling geven voor de openstelling van winkels, het „venten en het bezorgen. „Echter zijn aan de gemeente eenige bevoegdheden gelaten „om de zaken anders te regelen. „1. Zoo kan de Raad onder goedkeuring der Kroon veror- „denen, dat alle of groepen van winkels een bepaalden morgen „of middag moeten sluiten (art. 6 der Wet). De Kroon keurt „echter dergelijke verordeningen niet goed als blijkt, dat zij „tegen den wensch van de betrokken winkeliers ter plaatse is. „Zonder dat nu gebleken is, dat de winkeliers in alle omstan- „digheden tegen de aanwending van de bevoegdheid in ar- „tikel 6 gekant zijn, is uit bijgaande ingekomen adressen van „verschillende middenstandsorganisaties wel komen vast te „staan, dat op nauwkeurig inwinnen van haar gevoelen hooge „prijs wordt gesteld. „Een eerste stap daartoe is onzerzijds reeds gezet. Afge zien van de vraag, of resultaten mogen worden verwacht, „mag wel worden aangenomen, dat geruime tijd zal ver strijken, vóórdat een duidelijk inzicht in deze zaak zal zijn „verkregen. „De bevoegdheid van artikel 6 der wet kan dus voorloopig „wel buiten beschouwing blijven. „2. Eveneens onder goedkeuring der Kroon kan de Raad, „indien bijzondere omstandigheden afwijkingen van de be malingen der wet noodig maken, deze afwijkingen in een „verordening vastleggen (art. 9 lid 1 der wet). Onder bij zondere omstandigheden worden verstaan omstandigheden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 211