29 APRIL 1932. 217 ,,die zij als gevolg daarvan aan ons hebben kenbaar gemaakt, ,,is nagenoeg ten volle tegemoetgekomen. ,,De in het derde en vierde punt van het adres aangevoerde „materie gaat buiten de bemoeienis der gemeentebesturen om. „In adres A. zijn twee verzoeken over Zondagssluiting „vervat n.l. voor de banketbakkers en de sigarenwinkels. „De banketbakkerszaken mogen volgens de Wet op „Zondag gedurende 4 uren naar keuze geopend zijn. De „regeling der wet is terdege overwogen, zoodat er zeer bij- „zondere omstandigheden moeten worden aangevoerd, vooral „om van de regeling op Zondag af te kunnen wijken. Dat „zeer velen van buiten op Zondag de stad bezoeken is zeer „zeker niet zulk een bijzondere omstandigheid. In hun schrij- „ven aan ons college zijn de banketbakkers niet op dit verzoek „teruggekomen. Mocht blijken, dat hun debiet op Zondagen „sterk terugloopt, dan kan de zaak opnieuw worden bezien. „De sigarenwinkels moeten volgens de wet eiken Zondag „den geheelen dag dicht. Dit mag in het begin voor den „kooper niet gemakkelijk en voor den winkelier schijnbaar „niet prettig zijn, doch, zoo ergens, dan is het hier een „kwestie van wennen en is de sigarenwinkelier even gelukkig „met zijn Zondagsrust als nu tal van middenstanders. De „raad zal er waarschijnlijk ook weinig aan kunnen veranderen. „Voor zoo een ingrijpenden maatregel als de wetgever ge troffen heeft, om in geheel Nederland de sigarenwinkels op „Zondag te sluiten winkels die tot nu toe in geheel Neder - „land den geheelen Zondag open waren zijn gewichtige „redenen doorslaggevend geweest. Die redenen zijn niet te „overtroeven met een beroep op „dagjesmenschen", die er „in elke stad op Zondag zijn. Bovendien kunnen hier auto- maten uitkomst brengen. „Het adres schijnt met zijn vraag naar 21 Zondagen eener- ,zijds en zijn beroep op bijzondere omstandigheden ander- ,zijds de leden 1 en 3 van artikel 9 der wet te verwarren. De .wenschen rangschikken onder lid 3 is niet mogelijk. De .daargenoemde 21 dagen zijn werkdagen. Brengt men ze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 217