218 29 APRIL 1932. „onder lid 1, dan zou de Kroon zeer waarschijnlijk groot „bezwaar maken. „In hetzelfde adres is nog een derde verzoek vervat, n.l. om „de bloemenwinkels gelegenheid te geven des Zaterdags tot „11 uur te bezorgen. Ook hier is de Koninklijke goedkeuring „noodig want het is geen verschuiven van sluitingsuur, doch „een verschuiven van het uur van bezorgen. Ook hier is de „aangevoerde bijzondere omstandigheid niet sterk, al zullen „voor dit eene uur bezorgtijd door den Haag wellicht niet „zulke sterke argumenten worden gevraagd. „Wij meenden nu nog geen voorstel tot inwilliging te „moeten doen, doch liever te moeten afwachten, of uit de „kringen der belanghebbenden ook na eenigen tijd van wer- „king der nieuwe regeling nog stemmen om uitbreiding van „den bezorgtijd opgaan. „Het ontwerpen en vaststellen der concept-verordening „heeft in samenwerking met de Commissie voor de Strafver ordeningen plaats gehad. „Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen alle „adressen voor kennisgeving aan te nemen en de verordening „op de winkelsluiting vast te stellen als in het ontwerp is „aangegeven." De VOORZITTER opent de algemeene beschouwingen. De heer LOONEN spreekt er zijn teleurstelling over uit, dat de Winkelsluitingswet, ondanks alle daartegen ontwik kelde bezwaren, toch al op 1 Mei a.s. in werking zal treden. Spr. vraagt, of niet de mogelijkheid bestaat om voor Breda als seizoenplaats ontheffing te verkrijgen voor de Zondagen, vallende in de zomermaanden. De VOORZITTER zegt, dat de heer Loon en terecht heeft gewezen op den betreurenswaardigen spoed, waarmede de wet in werking treedt, en de minder aangename bepalin gen, welke daarin voorkomen. Het ging met de huidige win kelsluitingsverordening goed; het is daarom jammer, dat de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 218