29 APRIL 1932. 225 den heer M a b e 1 i s direct te beantwoorden. Spr. is het met hem eens, dat het voor de gemeente ten slotte slechts gaat om de uitzonderingen. Zooals reeds in de toelichting wordt ge zegd, hebben Burgemeester en Wethouders zich bij het ont werpen van deze verordening op het standpunt gesteld, dat men zich zooveel mogelijk behoorde aan te passen aan den bestaanden toestand. De heer M a b e 1 i s vindt, dat dit over het algemeen te ver gaat. Burgemeester en Wethouders hebben zich beperkt tot vier gevallen; een belangrijke inbreuk op de wet kan daarbij niet geconstateerd worden. De vraag is nu maar: Is op de voorgestelde regeling de Koninklijke goed keuring te verkrijgen? Uit de aanhalingen van den heer M a- b e 1 i s zou opgemaakt kunnen worden, dat die goedkeuring niet verkregen zal worden. Daartegenover zijn echter ook andere te stellen, waaruit men op redelijke gronden het tegen deel kan afleiden. De heer M a b e 1 i s heeft gelijk, waar hij zegt, dat men zich bij het maken dezer verordening niet moet stellen op het standpunt: hoe kunnen wij het belang van de winkeliers dienen, opdat zij des Zondags nog wat verdienen; men moet ook en zeker niet in de laatste plaats rekening houden met de belangen van het publiek. Nu is Breda, vooral in den St. Nicolaastijd, het middelpunt van een streek, welker be woners des Zondags naar de stad komen om daar hun in- koopen te doen. Dit is wel degelijk een specifieke toestand en men dient het algemeen belang door die buitenmenschen, die doorgaans in de week niet naar de stad kunnen komen, te gerieven door des Zondags vóór St. Nicolaas de winkels open te houden. Hetzelfde geldt voor de Zondagen, welke in de kermisweek vallen. Hierbij gaat het evenwel niet alleen om het gerief voor de buitenlui, doch in dit geval moet men ook denken aan de winkeliers, die door de kermis in de uit oefening van hun bedrijf eenigszins bemoeilijkt worden; als compensatie daarvoor verdient het aanbeveling op die Zon dagen de winkels vanaf 2 uur des namiddags open te stellen. De heer MABELIS erkent, dat het er in deze heelemaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 225