226 29 APRIL 1932. aan ligt, uit welk oogpunt men de zaken beschouwt. Er kan voor sommigen iets van waar zijn, dat men het algemeen belang dient door op den Zondag vóór St. Nicolaas de win kels open te stellen ten gerieve van de menschen, die uit de omgeving naar Breda komen; maar, als men voorstander van Zondagsrust is, dan weegt het betrekkelijk gering ongemak, dat die menschen van het gesloten houden der winkels op dien Zondag ondervinden, niet op tegen het belang, gemoeid met het ook op dien dag handhaven van de Zondagsrust. Daarbij komt, dat St. Nicolaas in het hartje van den winter valt. En nu lijkt het Spr. in dien tijd, waarin alle veldarbeid stil ligt, voor de buitenmenschen niet onmogelijk om in de week hun inkoopen in Breda te komen doen. Men moet het opvoedend karakter van de wet zooveel mogelijk in stand zien te houden; de buitenmenschen zullen dan in het vervolg vanzelf met den veranderden toestand rekening houden. Spr. zal, wat de kermis-Zondagen betreft, verder niet op de zaak ingaan; hij blijft van meening, dat afwijking op die dagen van de bepalingen der wet geen steun daarin vindt. De VOORZITTER wil alleen nog opmerken, dat aan het beginsel, hetwelk de heer M a b e 1 i s voorstaat, in deze ver ordening krachtig de hand wordt gehouden; men heeft zich in het maken van uitzonderingen ten zeerste beperkt; de toe stand wordt dan ook geheel anders dan hij tot dusver was. Er blijft nu nog slechts één doorntje in het oog van den heer M a b e 1 i s over, namelijk de Zondag vóór St. Nicolaas; de heer M a b e 1 i s moet echter niet het onderste uit de kan willen hebben. Artikel 1 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd goedgekeurd en vastge steld. Artikel 2. De heer MABELIS zegt het volgende:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 226