228 29 APRIL 1932. Waar nu in art. 4 der wet, onder b, ten aanzien van bloe menwinkels een bepaalde regeling getroffen is, staat het niet vrij, blijkens de toelichting van den Minister op art. 3 der wet, ten opzichte van die winkels krachtens een gemeentelijke winkelsluitingsverordening een andere regeling te treffen. Afwijking van de wettelijke regeling kan alleen geschieden op grond van art. 9, le lid. Die grond zal evenwel niet te con- strueeren zijn. Bloemenverkoop heeft immers niets specifiek plaatselijks. De bloemen zijn te Breda niet sterker aan bederf onderhevig dan in andere deelen van het land. Ziekenbezoek op Zondag is evenmin iets dat alleen te Breda geschied en wedstrijden vinden op Zondag ook buiten Breda plaats. Mijnheer de Voorzitter, het komt mij voor, dat opneming in deze verordening van het voorgestelde onder b van art. 2 in strijd is met de bedoeling der wet. Dit is vóór mij de reden, waarom ik die opneming dan ook beslist moet ontraden. De heer LOONEN spreekt, naar aanleiding van de bij Burgemeester en Wethouders ingekomen adressen van ver schillende winkeliers, in zake de vier achtereenvolgende uren, waarop de brood-, banket-, suikerwerk- en chocolade-winkels op Zondag geopend mogen zijn, de hoop uit, dat, wanneer in de practijk mocht blijken, dat de uren van 10—2 niet de aan gewezen uren daarvoor zijn, dan nog teruggekomen kan worden op die bepaling. De heer HAALMAN merkt op, dat Burgemeester en Wet houders in hun toelichting op dit artikel wijzen op de moeilijke controle bij het vrijlaten van de brood-, banket- en suiker bakkers in de keuze van de uren, waarop zij op Zondag hun winkels geopend mogen hebben. Het openstellen der winkels op niet-uniforme uren heeft zeker zijn bezwaren, doch Spr. gelooft, dat Burgemeester en Wethouders die bezwaren wel wat overschat hebben. Hij kan zich indenken, dat de uren van 102 voor vele winkels, die banket, suikerwerken en chocolade verkoopen, geen effect sorteeren, vooral voor de zulke welke zijn aangewezen op verbruik ter plaatse van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 228