29 APRIL 1932. verkoop, alsmede voor die, welke gelegen zijn in de buurt van het Station of in volksbuurten. Spr. zou deze winkels tegemoet willen komen door daarvoor de uren van openstelling te be palen op 48 namiddag. Het lijkt hem daarom wenschelijk de brood-, banket-, suikerwerk- en chocolade-winkels in twee groepen te verdeelen, namelijk in winkels, die des Zondags van 102, en andere, die van 48 geopend mogen zijn, en daarbij streng de hand te houden aan de wettelijk voorge schreven kennisgeving aan de toegangsdeur van den winkel. De heer M a b e 1 i s heeft zich zoo juist beroepen op de toelichting, welke de ministerieele circulaire van 20 Februari 1932 geeft op art. 3 der wet, maar de heer M a b e 1 i s moet, wanneer hij citeert, zulks volledig doen, want nu wil het geval, dat op hetgeen hij geciteerd heeft juist iets belangrijks volgt, namelijk: „De gemeenten zullen derhalve b.v. niet, ter „regeling van de onderlinge concurrentie-verhoudingen, voor schriften omtrent het plaatsen van automaten mogen geven. „De onderlinge concurrentie-verhoudingen immers vormen „juist een der voornaamste aangelegenheden, waarvoor de „winkelsluitingswet een regeling beoogt. Wel zal een ge meentelijke verordening voorschriften in zake het plaatsen „van automaten mogen geven, indien die voorschriften hun „grond vinden in de zorg voor de openbare orde, b.v. het „verkeer of de gezondheid." De bedoeling van den wetgever is dus juist geweest, dat door de gemeente geen verbod zou worden gesteld, daar waar de wet het toelaat. Datgene, wat de heer M a b e 1 i s bedoelt, is volgens Spr. uit deze toelichting niet te lezen. Spr. verklaart overigens geen bezwaren tegen het voorge stelde artikel te hebben, De VOORZITTER kan den heer Mabel is toegeven, dat de openstelling der bloemenwinkels op Zondag een zwakke plek in de verordening is; de mogelijkheid bestaat, dat die openstelling niet met de strekking der wet klopt, Dit neemt evenwel niet weg, dat men een goeden grond heeft voor de openstelling; immers, bloemen zijn een object, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 229