230 29 APRIL 1932. men direct voor gebruik kan noodig hebben. Ook is gedacht aan het bederf, waaraan dit artikel onderhevig is. Of de Re geering erop zal ingaan, zal moeten worden afgewacht. Wat in dit artikel het meest de aandacht heeft getrokken, is het fixeeren van de uren, waarop de banketbakkerswinkels e.d. des Zondags open mogen zijn, op 102. Als de Kroon dit niet goedkeurt, zullen deze winkels vrij zijn in de keuze van die uren. De heer Haaiman zal het, ook uit hoofde van zijn politieke richting, in Burgemeester en Wethouders moeten prijzen, dat zij in deze gehoor hebben gegeven aan den wensch der vakorganisaties. De Bakkersbond heeft een rondschrijven gericht tot zijn leden, waarop ruim 70 antwoor den zijn binnengekomen; het overgroote deel daarvan sprak zich uit voor een openstelling van 102 uur. Ten slotte is men tot overeenstemming gekomen en heeft men zich neer gelegd bij een openstelling van 102 uur. De zaak is dus organisatorisch goed voorbereid. Burgemeester en Wethou ders meenen dan ook met dit voorstel het belang der bakkers te dienen. Nu wenscht de heer Haaiman de winkels in kwestie te verdeelen in twee categorieën: een, die van 102 geopend mag zijn, en een andere, wier openstelling van 48 is toegestaan. Spr. is daar niet voor; de verschillende catego rieën zouden in de practijk moeilijk uit elkaar te houden zijn. Het lijkt hem dan ook beter geen onderscheid te maken. De vraag van den heer L o o n e n, of deze regeling eeuwig zal moeten bestaan, kan Spr. ontkennend beantwoorden. De heer LOONEN merkt nog op, dat het ook voor het winkelpersoneel veel aangenamer zal zijn, als het des Zondags steeds op vaste uren vrij is. Artikel 2 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming onveranderd goedgekeurd en vastge steld. Artikel 3 wordt zonder eenige bedenking goed gekeurd en vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 230