29 APRIL 1932. 237 ,,per jaar onder de in bijgaand ontwerp-besluit opgenomen „voorwaarden." De heer KOOIJMAN heeft tot zijn genoegen gezien, dat Burgemeester en Wethouders tot het inzicht gekomen zijn, dat exploitatie in eigen beheer van dit buiten geen voordeel voor de gemeente zou opleveren. Het spijt hem echter dat Burgemeester en Wethouders dit niet eenige maanden eerder hebben ingezien, want nu is de huuropbrengst van dit jaar eigenlijk al geabsorbeerd door hetgeen ten koste is gelegd aan het onderhoud van den tuin. Spr. heeft naar aanleiding hiervan een tweetal vragen gesteld aan Burgemeester en Wethouders, waarvan hij hier voorlezing wil doen, alsmede van het antwoord, dat hem daarop van de zijde van het College is geworden. Deze vragen en antwoorden luiden als volgt: Vraag 1. Is aan het College van Burgemeester en Wet houders bekend, dat van de eigendommen der gemeente Breda, gelegen aan den Weg naar Terheijden, een 15-tal sierheesters (rhododendrons, sierdennen, rozen), benevens een aantal bloemplanten en een 12-tal karren teelaarde zijn weggevoerd door of op last van een bewoner van het Bel- crumkwartier? a. Zoo ja, is zulks geschied met Uw medeweten en goed vinden, en is Uw College bereid, den Raad mede te deelen, hoeveel door bedoelden bewoner hiervoor is betaald? b. Zoo neen, is Uw College dan bereid, hiernaar een on derzoek in te stellen en den uitslag daarvan, benevens de maatregelen, die tegen de wederrechtelijke toeëigening zijn of worden genomen, den Raad mede te deelen? Antwoord: Het was ons niet bekend, dat van de eigen dommen der gemeente, gelegen aan den Weg naar Terheij-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 237