er ge- rorde- er ge- esteld, de de ntwik- er be- icht te Vmbe- ^schaf- n veel an het :bracht im van g" was lan de "oot op moest ;n ver- 350.—. zal af- zullen jn hen, ar niet eit, dat steun, ii ruim ïr deze 1 meer- o werd met tegen m ruim gezocht ;n door latere n. Het 29 APRIL 1932. 265 „restant ad 24.000.werd verkregen door de opcenten te „verhoogen met 5 en alzoo te brengen op 52 (1 opcent op de „gemeentefondsbelasting bedraagt ƒ4500. „Afgezien van de vraag, of het wenschelijk was om kort „daarop wederom opnieuw een dekking te zoeken voor een „bedrag van rond 35.000.door het wederom verhoogen „van de opcenten op de gemeentefondsbelasting, rees een „andere vraag, n.l. of het ten aanzien der burgerij van Breda „goed te verdedigen was om haar zonder dringende noodzaak „in dezen voor velen zwaren tijd nieuwe lasten op te leggen, „welke zouden ontstaan door een gedeeltelijk inhouden van „de rijksuitkeering aan deze gemeente. Wij meenden deze „vraag ontkennend te moeten beantwoorden. „Vast staat, dat de gemeente een mindere rijksuitkeering „van rond 35.000.noch op dit oogenblik, noch in de „nabije toekomst kan missen. Wij meenen, dat het bezwaarlijk „is nieuwe lasten op te leggen, waar de reeds bestaande be- „lastingen in deze gemeente niet laag kunnen worden ge- „noemd. „Ook dient niet te worden voorbijgezien, dat Breda voor „een goed deel „woonstad" is, zoodat het allerminst, in het „belang der gemeente zelve, gewenscht is om de belastingen „al te zeer te doen drukken. Wij willen er nog op wijzen, dat „bij de opstelling van de begrooting 1932 nog kan worden „geprofiteerd van achterstallige posten van de thans verdwe- „nen inkomstenbelasting ad ƒ54.000.Voor het jaar 1933 „kan op dezen post van 54.000.niet meer worden gere- „kend. Gewezen zij nog op de omstandigheid, dat 1932 kon „openen met een batig saldo van rond 155.000.Het jaar „1933 zal niet behoeven te openen met een nadeelig saldo, „doch geenszins valt te zeggen, of het batig saldo 155.000. „zal bedragen, vooral omdat de gemeentekas in den loop van „1931 den druk der gevolgen van de crisisomstandigheden „voelde. Neemt men een oogenblik aan, dat 1933 kan openen „met een evengroot batig saldo als 1932, dat de diverse in komsten geen vermindering ondergaan (iets wat gezien de „omstandigheden niet te verwachten is; men denke o.a. aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 265