29 APRIL 1932. 268 moeten wij opmerken, dat het voor de hand ligt, dat het in „deze onzekere tijdsomstandigheden geheel onmogelijk is ons „voor de toekomst te binden; uiteraard zal in de toekomst met „de belangen der ambtenaren en werklieden rekening worden „gehouden. „Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen, te „besluiten, dat met ingang van 1 Mei a.s. tijdelijk voor den „duur van 3 jaar op de salarissen en loonen van het geheele „gemeente-personeel een- uniforme korting van 3 worde „toegepast, welke korting echter ten aanzien van den kinder bijslag op salarissen en loonen niet zal plaats vinden." De heer HAALMAN zal maar direct beginnen met te zeg gen, dat zijn fractie zich niet met deze voorstellen kan ver eenigen. In de eerste plaats om principieele redenen, daar de gemeentelijke autonomie door het Kortingswetje ten zeerste wordt aangetast. Het heeft hem verheugd, toen bij de behan deling van de gemeentebegrooting 1932 de leider van de R. K. Raadsfractie Spr.'s opvatting over dit wetje bleek te deelen. Ook vindt die opvating steun in een artikel van het A.R.-blad „De Magistratuur", dus van een zijde, die niet vijandig tegen over de Regeering staat. In dit artikel lezen wij: „De vrijheid van de gemeenten vertoont veel overeenstem- „ming met die van een misdadiger, die, zijn bewegingsvrijheid „uitlevende, zijn straf moet incasseeren. Ons hoofdbezwaar „tegen het aangenomen wetsontwerp bestaat niet in den om- „vang van de korting, die toegepast wordt. Bij andere ge degenheden hebben wij gezegd en wij herhalen dat hier, dat „de tijdsomstandigheden tot versobering zullen noodzaken en „dat in vele gemeenten ook de loonen en wedden wel zullen „moeten worden verlaagd. Onze bedenking richt zich tegen „het middel, dat de Regeering als stimulans om tot bezuini- „ging op dat gebied te geraken, aanwendt. „De opvatting van den Minister dat de gevolgde methode „de autonomie der gemeenten niet aantast, omdat zij zich ont houdt van een ge- of verbod, achten wij niet vrij van ophit- „serij. Men denke zich slechts in, dat de Regeering door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 268