29 APRIL 1932. 269 „consequente toepassing van deze methode ook op allerlei „ander gebied een houding aan de gemeenten kan voor schrijven en toch met gelijk recht kan blijven beweren, dat „de autonomie niet geschonden wordt. Op heel het veld van „de gemeentehuishouding kan dan langs dien weg het Regee- „ringsvoorbeeld als norm van handeling wordt opgelegd, „zoodat er geen restje van zelfstandigheid zou overblijven en „desniettemin zou de stelling van den Minister, dat de auto nomie niet wordt aangerand, verdedigbaar blijven. Het „autonomie-begrip van den Minister is inhoudloos. Het geeft „een uitsluitend formeele omschrijving, die blijft passen ook „al is de zelfstandigheid van de gemeenten geheel verdwenen. „Een stukje juridische philosofie, dat uitsluitend met uitwen- „dige wettelijkheid rekent en dat een uithollen van de auto nomie als werkelijkheid tot een leeg omhulsel mogelijk „maakt." En als wij nu nog eens teruggaan naar het geluid, dat wij eenige maanden geleden ook in deze gemeente mochten hooren, dan vinden wij in het verslag van de 10de jaarverga dering van de Groep Gemeente-Ambtenaren der A.R.K.A., opgenomen in het Dagblad van Noordbrabant van 25 No vember 1931, vermeld, „dat de voorzitter verslag uitbracht „over de door hem in Amsterdam bijgewoonde vergadering „van de R. K. Centrale voor Burgerlijk Overheidspersoneel, „welke werd gehouden naar aanleiding van het beruchte wets ontwerp tot korting op de uitkeering door het Rijk aan de „gemeente. Spr. weergaf op duidelijke wijze de op deze ver gadering besproken bezwaren omtrent de uitvoering en het „ongrondwettelijke van dit wetsontwerp, maar deed vooral „duidelijk uitkomen, de daar besproken minderwaardige hou- „ding der Regeering, die wil trachten door dit wetsontwerp „te kunnen ingrijpen in de salarissen van de gemeente-ambte- naren, terwijl op deze vergadering ook werd gelaakt de hou- „ding van Prof. van der Grinten. Hij meende echter, dat de „strijd tegen dit wetsontwerp niet zoo ongelijk zou zijn als „die tegen de korting op de salarissen der rijksambtenaren, „daar verwacht kan worden, dat de provinciale- en gemeente-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 269