270
29 APRIL 1932.
„besturen aan onze zijde zullen staan, daar dit wetsontwerp
„een aanslag is op de autonomie van provincie en gemeente.
„Als lichtpunt in deze zaak beschouwde hij tevens, dat de
„heer Guit op de feestvergadering van „St. Paulus" heeft ge
legd, dat de Kamer vrijer staat tegenover dit wetsontwerp
„dan tegenover de korting op de salarissen der rijksambte-
„naren. Hij sprak de hoop uit, dat, mocht onverhoopt door de
„Tweede Kamer dit wetsontwerp worden aangenomen, de
„Kroon zal weigeren dit wangedrocht van wetgeving te onder -
„teekenen."
En in de volgende kolom van het Dagblad van Noord
brabant van 25 November 1931, leest men onder het opschrift
„Actie Overheidspersoneel", het volgende:
„Maandagavond vergaderde in café „De Beurs" een viertal
„bonden van Overheidspersoneel ter bespreking van het be-
„kende wetsontwerp tot korting van de rijksuitkeeringen aan
„de gemeenten.
„Op deze vergadering werd eenstemmig de volgende motie
„aangenomen:
„De Afdeelingen Breda van „St. Paulus", „St. Petrus",
„St. Michaël" en A.R.K.A., bij de R. K. tCentrale van Bur
gerlijk Overheidspersoneel aangesloten organisaties, in ge
meenschappelijke vergadering bijeen op 23 November 1931
„in „de Beurs" te Breda;
„kennis genomen hebbende van den inhoud van het wets
ontwerp tot tijdelijke korting op de uitkeeringen, bedoeld in
„art. 3 onder b van de wet van 15 Juli 1929 (Stbl. no. 388)
„en in art. 72 der wet van 7 Juni 1905 (Stbl. no. 210);
„igehoord de zakelijke uiteenzetting van de strekking en de
„gevolgen van bovenvermeld wetsontwerp;
„overwegende, dat door de aanneming van bedoeld ont-
„werp, de autonomie der provincies en gemeenten in grove
„mate wordt aangetast;
„overwegende, dat de vaste uitkeering van het Rijk aan de
„gemeenten hoewel deze voor vijf jaren gewaarborgd
„was belangrijk wordt gekort;
„overwegende, dat deze regeling in strijd moet worden
