272 29 APRIL 1932. waarop de financieele toestand van Breda wordt afgeschilderd in het officieel orgaan van de Vereeniging „Breda Vooruit" en nog wel in een artikel van de hand van iemand, die het weten kan: Mr. Ph. van Woensel, hoofdcommies ter gemeente-secretarie. Men zou zoo zeggen: Burgemeester en Wethouders zullen daarvan niet onkundig zijn. En als zij het wèl zijn, dan blijkt er toch verschil van opinie over die financieele positie te bestaan, want in dat artikel heet het: ..Wel is de werkloosheid in Breda toegenomen (waar is ze „dat niet?) en moesten voor armenzorg, werkloosheidssteun, „werkverschaffing en subsidie aan werkloozenkassen bedui dende bedragen worden uitgetrokken, doch als men weet. „dat voor die bedragen geen cent is geleend, integendeel, dat „alles wat tengevolge van de economische crisis wordt uit gegeven voor steun aan werkloozen enz, in 1931 geheel uit „de gewone middelen is betaald, terwijl dit ook voor 1932 „het geval zal zijn, dan meen ik te mogen zeggen, dat het met „den invloed der crisis op de financieele positie der gemeente „nogal losloopt." Die positie is dan ook inderdaad niet zoo slecht; het ge middeld inkomen te Breda komt in het statistisch overzicht van Nederland op de 28ste plaats; er zijn dus nog ruim 1100 gemeenten, waar het slechter gesteld is. Spr. gelooft niet, dat het helpen zal, in dezen Raad zijn stem tegen de voorgestelde korting te verheffen. Afgezien van het feit, dat de financieele toestand der gemeente niet van dien aard is, dat zij die korting wettigt, zijn Spr. en zijn fractiegenooten toch al daartegen uit een oogpunt van aan tasting der gemeentelijke autonomie door het z.g. Kortings wetje. Zij zullen dus hun stem niet aan het voorstel tot korting op de loonen en salarissen van het gemeentepersoneel geven en, consequent aan die houding, ook niet aan het voorstel tot korting op de wedden van de leden van het College van Bur gemeester en Wethouders. De heer VAN DE VEN begint met er zijn ontstemming over uit te spreken, dat hij zoo overhaast zijn meening moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 272