29 APRIL 1932.
273
zeggen over deze zaak; hij heeft niet de noodige gelegenheid
gehad om haar te bestudeeren, terwijl rustige overweging
hierbij juist zeer noodig is. Wanneer er dan ook geen fatalen
termijn aan deze voorstellen was verbonden, zou Spr. ver
zoeken de behandeling daarvan uit te stellen. Als hij er thans
voorstemt, dan is dat enkel en alleen om dien fatalen termijn.
Hij dringt er evenwel bij Burgemeester en Wethouders op
aan, dergelijke belangrijke zaken voortaan eerder ter visie te
leggen voor de leden van den Raad.
De houding van den heer Haaiman c.s. verwondert hem
niet; het is in overeenstemming met het consigne, gegeven
door de hoogere leiding der S.D.A.P. De loonen en salarissen
moeten volgens dat consigne gehandhaafd blijven op het
tegenwoordig peil, ook al daalt het indexcijfer aanmerkelijk.
Het is trouwens voor vele menschen een uitgemaakte zaak,
dat er alles mag gebeuren, uitgezonderd salarisverlaging.
Met zulke menschen is niet te redeneeren; wie eenig verant
woordelijkheidsgevoel heeft, weet, dat de inkomsten van het
Rijk en van vrijwel iedereen op angstwekkende wijze dalen.
De Regeering maakt zich daarover, volkomen terecht, zeer
bezorgd. De Ministers R u ij s en d e Geer hebben de zaak
serieus bezien; het is er hen niet om te doen, de ambtenaren en
beambten in de knel te brengen, maar aangezien zij alleen in
staat zijn den geheelen toestand te overzien, kunnen zij dien
ook het beste beoordeelen en nu willen zij de loonen en sala
rissen van het gemeentepersoneel omlaag brengen om het
algemeen belang te redden. Wie heeft er nu meer liefde voor
het volk; zij, die zich al bij voorbaat tegen eiken stap in die
richting verzetten of zij, bij wie het algemeen belang voor
gaat? Het is nu eenmaal noodig, de werkelijkheid onder de
oogen te zien. De vraag is nu: Is het gerechtvaardigd voor
Breda, de korting niet toe te passen? Men weet, dat de sala
rissen en loonen te Breda goed zijn; er is premie-vrij pen
sioen, er wordt kindertoeslag gegeven; de ambtenaren en
werklieden zijn dan ook tevreden. En als men nu in aanmer
king neemt, dat de prijzen der levensmiddelen dalen, zullen