274 29 APRIL 1932. zij dan niet meer tevreden zijn na deze kleine korting? Spr. is er van overtuigd, dat zij evengoed tevreden zullen zijn. Indien men niet tot korting overgaat, zal de gemeentekas 35.000 aan uitkeering van het Rijk derven. En dat in een tijd, dat de uitgaven steeds meer stijgen, dat werkloosheid en armenzorg voortdurend meer eischen. Spr. is het met den heer Haal man eens, dat Breda er niet slecht voor staat, maar moet men er dan eerst beslist slecht voor staan om tot de voorgestelde korting over te gaan. Spr. acht het beter, te trachten den gunstigen toestand zoo lang mogelijk te besten digen, ook omdat het dan voor de gemeente mogelijk is, langer steun aan de crisis-slachtoffers uit te keeren. Verlaging van inkomens is den laatsten tijd algemeen aan de orde, in alle beroepen; ook de ambtenaren gaan achteruit. Zou het dan billijk zijn, één categorie, die der gemeente-ambtenaren, daar van uit te sluiten? Immers neen. Ook kan volgens Spr. in dezen tijd niemand op theoretische gronden tegen de voorgestelde korting zijn. De autonomie der gemeenten is inderdaad aangetast, maar dit is in de laatste jaren wel vaker gebeurd, b.v. bij de nieuwe wet tot regeling van de financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten. Toen echter heeft men niemand daarover hooren spreken. De crisis-steunregeling is den gemeenten ook zoo maar van hoogerhand opgedrongen en ook toen is er niet geprotesteerd. Het is daarom niet consequent, dit in het onderhavige geval wél te doen. Bij het totstandkomen van betere sociale rege lingen zal trouwens de autonomie der gemeenten steeds meer in het gedrang komen. Spr. is ervan overtuigd, dat deze korting noodig is; hij zal daarom zijn stem aan deze voorstellen geven. De heer BRANTJES zegt, dat inderdaad in de vergadering van de Groep Gemeente-Ambtenaren der A.R.K.A., door den heer Haaiman genoemd, een krachtig protest is geuit tegen het Kortingswetje. Dit is trouwens niet alleen in ambtenaarskringen geschied; ook in dezen Raad heeft men al eens eerder te kennen gegeven, dat men het met de strekking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 274