29 APRIL 1932. 275 dier wet volstrekt niet eens was. Doch dit alles gold het ontwerp-wet. Nu is de wet tot stand gekomen en dit maakt een groot verschil. De R.K. ambtenaarsorganisaties willen zich al is het dan ook met bloedend hart daaraan onder werpen; zij begrijpen, dat in dezen tijd van malaise ook door de Bredasche ambtenaren een offer moet worden gebracht, doch alleen onder voorwaarde, dat een uniforme korting van 3 wordt toegepast. Het denkbeeld is geopperd, de eerste 700/van het salaris onbelast te laten. De daling van het levenspeil treft evenwel allen. Het is daarom onbillijk in deze verschil te maken. Maar, er komt nog iets bij. De heer Van de Ven heeft gezegd, dait de salarissen en loonen te Breda goed waren. Vergelijkt men ze echter met die in andere Brabant- sche gemeenten van ongeveer gelijken omvang, dan blijkt, dat de salarissen hier wel niet slecht, doch middelmatig zijn, terwijl de loonen aan de spits staan. Dit komt, omdat hier de loonen der werklieden nog in 1921 dus in den besten tijd zijn herzien. Het zou dus ook om die reden onbillijk zijn, op de salarissen meer te korten dan op de loonen. Spr. zal derhalve stemmen voor een uniforme korting van 3 op de salarissen en loonen van het geheele gemeente-personeel. De heer LOONEN zegt, naar aanleiding van de opmerking van den heer Haaiman, dat in den Raad van Amsterdam door middenstandsafgevaardigden is medegewerkt aan de ver werping van het voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot korting op de salarissen en loonen van het gemeentepersoneel, dat de Bredasche middenstanders God op hun bloote knieën zouden danken, als zij niet meer dan 3 in hun inkomsten waren gekort. Verwerping van dit voorstel zou volgens Spr. beteekenen, dat de 35.000, welke de Gemeente dientengevolge minder van het Rijk zou ont vangen, weer door den middenstand, die toch al zoozeer in zijn inkomsten is besnoeid, zou moeten worden opgebracht in den vorm van belasting. Daarom is Spr. als middenstander

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 275