29 APRIL 1932. 277 ring van den heer Haaiman, dat hij zich alleen al om principieele redenen daartegen zal verzetten. De heer Haaiman heeft voorgelezen, wat er met be trekking tot het Kortingswetje op protestvergaderingen van ambtenaren en beambten is gezegd. Uit een organisatorisch oogpunt is het ongetwijfeld te verdedigen, dat door hen al het mogelijke is gedaan om de aanneming van het wetje te voor komen en Spr. wenschte, dat zij daarin waren geslaagd, dan had de Raad dezen maatregel niet behoeven te nemen. Hij kan dan ook de organisaties niet kwalijk nemen, dat zij tegen salarisverlaging zijn, maar als raadslid behoort men een breeder standpunt in te nemen. Wel had Spr. liever gezien, dat de korting voor de lagere salarissen en loonen iets minder was geweest dan thans wordt voorgesteld, namelijk in den vorm, zooals door een der organisaties in overweging was gegeven, en wel uit een oogpunt van behoefte. Immers, die loonen zijn zoo, dat men er juist van kan komen, zoodat er eigenlijk niets af kan, al erkent Spr. aan den anderen kant gaarne, dat een meerdere korting op de hoogere salarissen zeker ook wel zeer zou worden gevoeld, omdat de levenswijze nu eenmaal op dat hoogere salaris is ingesteld. Wethouder VAN MIERLO verklaart, de behandeling van deze aangelegenheid in de Commissie voor het Georganiseerd Overleg te hebben .geleid en langdurige besprekingen daar over te hebben gevoerd. Vervolgens zegt Spr., dat men zich hier in afkeurenden zin over het Kortingswetje heeft uitgelaten; het College van Bur gemeester en Wethouders kan er evenmin groote bewondering voor hebben; het is inderdaad geen fraai stuk werk. Als maatregel in dezen crisistijd zou men daarover nog van mee ning kunnen verschillen, maar zeker niet als stuk van wet geving; als zoodanig is het niet aanvaardbaar. Maar, men zit er nu eenmaal mede en nu kan men recalcitrant blijven, zooals de heer Schrauwen, doch dat is geen houding voor een raadslid, dat van zijn verantwoordelijkheid doordrongen be hoort te zijn. Men kan dan ook beter het standpunt innemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 277