280 29 APRIL 1932. werkzaam zijn, benevens het gemeentepersoneel in andere ge meenten, waar de loonen lager zijn, er heelemaal niet kunnen komen. Dit zal de heer Broos toch niet willen onderschrij ven. In de Commissie voor het Georganiseerd Overleg is nog gezegd, dat de Gemeente door de korting toe te passen, eigen lijk nog 35.000 verdiende. Dit is niet heelemaal juist. Spr. heeft met den Wethouder van Financiën nagegaan, hoe het stond met de uitgaven der Gemeente. Aan de hand van die gegevens is hij aan het rekenen gegaan, waarbij hij tot het resultaat is gekomen, dat, zelfs al wordt de toestand niet erger dan hij thans is, de bewuste 35.000 toch vrijwel geheel op zullen gaan aan uitgaven voor het Burgerlijk Armbestuur en de werkloozen-ondersteuning. Dit voorstel is dan ook gedaan in het belang van de Gemeente; niet zoozeer om de belasting betalers te sparen, maar in de eerste plaats om de slachtoffers van de economische crisis te kunnen blijven helpen. Aan den anderen kant gaat het ook niet aan om de belastingschroeven tot het uiterste aan te zetten en eerst daarna een offer van het gemeentepersoneel te vragen; dan zouden er eerst erger dingen dan dit moeten gebeuren. De heer VISSER wenscht naar aanleiding van het door Wethouder Van Mierlo gesprokene het volgende op te merken. De ambtenaren en werklieden in gemeentedienst bezitten niet het stakingsrecht, het natuurlijk verdedigingsmiddel tegen loondruk. Daarom is de Overheid verplicht hun een goed loon te verzekeren. De heer Van Mierlo heeft den leden der S.D.-raads- fractie verweten, dat zij zouden stemmen in opdracht van de hoogere partijleiding. Als echter de R.K. raadsleden zoo vrij in hun doen en laten waren als de socialistische, dan zou Spr. hen daarmede kunnen feliciteeren. Spr. heeft de mededeelingen van den heer Van Mierlo over het georganiseerd overleg met aandacht gevolgd. Hij is het met deze eens, dat wat daarin gebeurt zeer belangrijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 280