29 APRIL 1932.
283
toe belasting betalen, iets wat niet van ieder belastingbetaler
gezegd kan worden.
Spr. is benieuwd, of de heer Broos de consequentie van
zijn eigen betoog zal durven aanvaarden want, als hij zegt,
dat er van de lagere loonen en salarissen niets af kan, dan
moet hij toch tegen het voorstel van Burgemeester en Wet
houders stemmen, dat een uniforme korting van 3 op alle
salarissen en loonen beoogd.
Wat nu de houding van de moderne organisatie in het
georganiseerd overleg betreft aannemende, dat de mede-
deelingen van den heer Van M i e r 1 o op dit punt juist
zijn -zou Spr. den Wethouder willen vragen: Hoe stelt gij
U. dat georganiseerd overleg eigenlijk voor? Moeten, volgens
Uw opvatting, de organisaties maar altijd ja en amen zeggen
op alle voorstellen, die haar van de zijde van Burgemeester en
Wethouders worden voorgelegd?
Spr. wil ten slotte nog één opmerking maken. De heer Van
M i e r 1 o heeft namelijk zoo geschermd met verantwoorde
lijkheidsgevoel. Welnu, in Amsterdam hebben de confessio-
neele organisaties ook tegen de korting gestemd.
De heer VAN DE VEN merkt op, dat Wethouder Van
M i e r 1 o heeft gezegd, dat de stukken zoo laat voor de
raadsleden ter visie zijn gelegd, omdat eerst de Commissie
voor het georganiseerd overleg moest worden gehoord. Dit is
evenwel elders ook moeten gebeuren en toch was men daar
wèl op tijd. Spr. blijft derhalve bij zijn meening, dat de stukken
hier ook eerder gereed hadden kunnen zijn. Hij herhaalt dan
ook zijn verzoek om de stukken, welke betrekking hebben op
dergelijke belangrijke zaken, voortaan zóó tijdig aan de raads
leden toe te zenden, dat bestudeering daarvan mogelijk is.
Wat de oekase van het hoofdbestuur der S.D.A.P. betreft;
in de Tweede Kamer is die ook ter sprake gekomen. Het Ka
merlid Vanden Tempel heeft toen toegegeven, dat er
wel een overeenkomst was getroffen met het hoofdbestuur in
zake de houding, welke de socialistiscne raadsleden hadden
aan te nemen tegenover de voorstellen van de verschillende