302
8 JUNI 1932.
De VOORZITTER merkt op, dat men dit schrijven niet
zoo mag laten passeeren. Spr. brengt, uit naam van de
Gemeente, den heer E s b a c h dank voor al hetgeen hij
voor haar heeft gedaan. De heer E s b a c h was sinds
September 1927 raadslid en sedert 30 Augustus 1929 wet
houder. Met groote toewijding heeft hij in deze dubbele
hoedanigheid zijn taak verricht.
Het schrijven van den heer E s b a c h wordt
daarop voor kennisgeving aangenomen.
2. Geloofsbrieven van het nieuwbenoemd raadslid J. H.
K r a ij.
De VOORZITTER stelt voor, deze stukken ter fine van
onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie
van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van
den Raad, dat de Voorzitter die commissieleden
zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig
aangewezen de heeren Van Arendonk,
Broos en G r u ij s.
De vergadering wordt thans voor eenige oogenblikken
geschorst, ten einde de Commissie gelegenheid te geven,
de geloofsbrieven te onderzoeken.
Na heropening der vergadering rapporteert de Commissie
bij monde van den heer G r u ij s, dat zij de overgelegde
stukken heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij
adviseert deze goed te keuren en te besluiten tot toelating
van den heer K r a ij.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
te kennen gevende, noch stemming verlangende,
wordt besloten, den heer J. H. K r a ij toe te
laten als lid van den Gemeenteraad.