8 JUNI 1932. 313 gezegd nu maakt hij zich er van af door te zeggen, dat toen de Gemeentewet nog niet gewijzigd was. Het is niet duidelijk waarom de heer Haaiman thans opponeert, terwijl noch hij, noch anderen tegen de toelating eenig bezwaar hebben. Wethouder VAN BUITENEN merkt op, dat het hier zuiver een formeele kwestie betreft, welke voor juridisch aangelegde menschen belangwekkend kan zijn. In het onder havige geval is er echter geen enkel algemeen belang mede gemoeid. De Raad zal goed doen, den heer Haaiman in zijn formeel standpunt niet te volgen. De heer HAALMAN zal over deze zaak niet meer het woord voeren hij heeft den Raad gewaarschuwd. Daarop stelt Spr. voor, allereerst aan de orde te stellen de vraag of de Raad zal overgaan tot de beëediging van den heer J. H. Kr a ij. Daarop wordt in stemming gebracht de vraag, of men zal overgaan tot beëediging van den heer K r a ij, waarvan het resultaat blijkt te zijn, dat 15 stemmen voor en 8 stemmen tegen zijn uit- uitgebracht. Voorde heeren Crul, Broos, Kooyman, Bran- tjes, Elich, Venker, Van Keep, Van Arendonk, Van der Ven, Van de Ven, Loonen, Houben, Kuylaars, Van Mierlo en Van Buitenen. Tegen: de heeren Haaiman, Van Houten, Visser, Van Bedaf, Me ij vis, Cohen, Gruys en Schrauwen. De VOORZITTER verzoekt alsnu den Secretaris, den heer K r a ij binnen te leiden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 313