328 8 JUNI 1932. 25. Adres van P. Q u i r ij n e n, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouwverordening voor het bouwen van een werkplaats op het perceel Zandbergweg no. 151. De VOORZITTER geeft in overweging, alle deze adres sen te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten. 26. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende de rekening van het Oude-Man- nenhuis over 1931. De VOORZITTER geeft in overweging, deze rekening te stellen in handen van een commissie van drie leden ter fine van onderzoek en rapport. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter deze commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be noemd de heeren M e ij v i s, Broos en Van Arendonk. De heer MEIJVIS weigert in de Commissie zitting te nemen. De VOORZITTER merkt op, dat men machteloos staat tegenover dat deel van den Raad, hetwelk weigert in raads- commissiën zitting te nemen en daardoor blijk geeft zijn plichten als raadslid niet te kennen; in geen enkele gemeente van Nederland treft men een dergelijken toestand aan, Dit is iets, waarop hier weieens moet worden gewezen. Spr. wijst daarop, in plaats van den heer M e ij v 1 s, den heer E 1 i c h aan als commissielid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 328