336 8 JUNI 1932. der aanvragers zal nog gaan bouwen, wanneer hij ontheffing van artikel 12bis der bouwverordening kan bekomen voor het bouwen van een boerderij. Voorts heeft een der belangheb benden nader verklaard, dat de kosten hem te zwaar zullen zijn. Er blijven er dus op het oogenblik nog vijf over. Spr. dringt er, in verband hiermede, op aan, dat de menschen precies zal worden gezegd, waaraan zij toe zijn. Wethouder VAN MIERLO onderschrijft het door den heer K u ij 1 a a r s gezegde. Nadat het prae-advies was tot stand gekomen, is ook hem ter oore gekomen, dat slechts op vijf aansluitingen kan worden gerekend. Voorts is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat betrokkenen niet eens eigenaar, doch slechts huurder van de perceelen zijn. Hoe moet de gemeente dan de noodige garantie verkrijgen? Spr. geeft in overweging niet op het prae-advies in te gaan. Wethouder VAN BUITENEN zegt ook iets vernomen te hebben omtrent een geringer aantal aansluitingen. Voor Spr. is dat echter geen bezwaar; het prae-advies kan toch worden aangenomen, omdat het steunt op toezeggingen en rust op daarin omschreven voorwaarden. Worden deze niet nage komen, dan kan geen uitvoering aan het raadsbesluit worden gegeven. Indien te voren de garantie niet vaststaat, kan niet tot kabellegging worden overgegaan. De VOORZITTER geeft in overweging het prae-advies aan te houden, totdat een en ander vaststaat. Daartoe wordt besloten. 47. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven, afwijzend te beschikken op het verzoek van A. van V uuren, om verlenging van den ont ruimingstermijn der onbewoonbaarverklaarde woningen Haagdijk nos. 61 en 61a. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 336