8 JUNI 1932.
355
3. De heer VAN DER VEN vraagt, of het niet mogelijk
is, het pad onder de boomen aan den Tramsingel, officieel als
rijwielpad te doen aanwijzen.
De VOORZITTER zegt toe, dat dit zal worden nagegaan.
4. De Heer KOOYMAN vraagt, wanneer de herziening
van het Werkliedenreglement kan worden tegemoet gezien.
De VOORZITTER zegt, dat dit reglement in een ver
stadium van voorbereiding verkeert. De organisaties zijn reeds
gehoord; dit moest aan de definitieve behandeling voorafgaan.
5. De heer KUIJLAARS verzoekt opruiming van den
politiepost, staande aan de Nassaustraat.
De VOORZITTER verklaart, dat aan dien post geen
behoefte meer bestaat. Er is al eens overwogen hem tot ben-
zinedepöt in te richten, doch dit is niet juist en minder aan
genaam voor de leveranciers in de omgeving. De post zal
waarschijnlijk wel verdwijnen. In elk geval zal dit nader onder
oogen worden gezien.
Alsnu sluit de VOORZITTER de verqadering.
Voorzitter.