27 JUNI 1932.
369
De heer HAALMAN merkt op, dat op den brief van den
heer M a b e 1 i s, waarin diens amendementen worden voor
gesteld, eenige potloodaanteekeningen voorkomen, welke
reeds een veto daarover uitspreken, zonder dat de Raad nog
in de gelegenheid is geweest, erover van gedachten te wis
selen. Spr. vraagt, of Burgemeester en Wethouders er mo
gelijk een geestelijk adviseur op na houden.
De VOORZITTER acht het geenszins uitgesloten, dat één
van de raadsleden eenige aanteekening op het stuk heeft
gesteld, terwijl dit in de leeskamer ter inzage lag.
Zonder nadere bedenking wordt thans be
sloten, dit voorstel te behandelen bij de voort
zetting der besprekingen over het reglement van
orde.
16. Voorstel van het raadslid P. Haaiman, tot het
aanbrengen van wijzigingen in het nieuw voorgestelde re
glement van orde voor den Gemeenteraad, met bericht, dat
hij intrekt het door hem ingediende amendement op art. 28
van dat reglement.
Wordt besloten dit stuk te behandelen bij de
voortzetting der besprekingen over het reglement
van orde.
17. Benoeming van een lid van het College van Regenten
voor het Oude-Mannenhuis, waartoe worden aanbevolen:
1. M. A. C. J. Smits, aftredend lid;
2. Mr. G. M. H. S a s s e n.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 25 stemmen, alle op den heer
Smits.