414 1 AUGUSTUS 1932. crumkwartier nogal behoorlijk wordt gezorgd, al zal er na tuurlijk nog altijd wel wat te wenschen overblijven. Dat, volgens een bekend gezegde, de Belcrumpolder het troetel kind is van den Burgemeester, is toch wel teekenend voor den toestand. Spr. wil een enkele opmerking maken, los van het adres. Bij de beantwoording van punt 3 van het adres beroepen Burgemeester en Wethouders zich op den voorgenomen om bouw van het spoorweg-emplacement. Nu zal die ombouw plaats hebben in twee tempo's en het weggedeelte in kwestie zal eerst bij uitvoering van het tweede gedeelte van het plan in aanmerking komen voor een andere bestemming. Het zal dus nog ettelijke jaren duren eer het zoover is, vooral daar de plannen voor den ombouw zooals Spr. heeft vernomen voorloopig zijn opgeborgen in de archiefkast van de Ned. Spoorwegen. Nu is bedoeld weggedeelte inderdaad slecht en daarom zou Spr. in verband met het voorgaande willen vragen, of het niet mogelijk is om op goedkoope wijze in dit euvel te voorzien. De heer KOOIJMAN is het met den heer M a b e 1 i s eens, dat Burgemeester en Wethouders veel goeds voor het Bel- crumkwartier hebben verricht, maar het gaat hier om iets anders, namelijk den toegangsweg tot de stad. Spr. weet uit persoonlijke ervaring, dat die weg zeer slecht is; in de weg kanten zijn gaten en kuilen tengevolge van het rooien van boomen, waarna men den weg niet behoorlijk bijgewerkt heeft. Spr. is het met den heer Broos eens, dat hierin met geringe kosten verbetering kon worden gebracht door een afzonderlijk voet- en rijwielpad van ingewalst kolengruis of macadam aan te leggen, zooals in het Noordelijk gedeelte van den Weg naar Terheijden is geschied. Spr. zou Burge meester en Wethouders dan ook in overweging willen geven, dit door te trekken naar het bebouwde gedeelte. Wat het beplanten der pleintjes betreft, dit is volgens Spr. op wel wat al te bescheiden voet geschied, vooral als men

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 414