418 1 AUGUSTUS 1932. daar hiervan al jarenlang sprake is geweest, kan het z.i. nog wel jaren duren eer die weg gereed is; hij zou daarom in verband met de geringe kosten gaarne zien, dat er een eenvoudig voetpad werd aangelegd vanaf den overweg tot aan het trottoir 50 M. ten Zuiden van de Speelhuislaan. Daar Spr. dienaangaande geen toezegging van den Wet houder heeft verkregen, zal hij over het antwoord van Bur gemeester en Wethouders met betrekking tot punt 3 stemming vragen. De heer KUIJLAARS zegt, dat hij vroeger ook al eens gevraagd heeft, hoe het stond met de doortrekking van de Coehoornstraat en toen hetzelfde antwoord van Burgemeester en Wethouders heeft gekregen: dat de zaak in een ver ge vorderd stadium van voorbereiding verkeerde. Spr. dringt er dan ook op aan, dat vergevorderd stadium nu eens spoedig te beëindigen; er kan dan misschien ook eens wat komen van de zoo hoognoodige verbetering van de Linie- en Lachappelle- straat. Komt er vooreerst niets van de doortrekking, dan sluit Spr. zich aan bij den wensch van den heer Broos. De heer CRUL zou gaarne een positieve toezegging hebben omtrent het aanleggen van een voetpad, als door den heer Broos bedoeld, vanaf den overweg tot aan de Speelhuislaan. Wethouder VAN MIERLO verklaart die toezegging niet te kunnen geven. Spr. is evenwel bereid na te gaan, of met geringe kosten de gewenschte verbetering kan worden aan gebracht. De VOORZITTER wenscht, naar aanleiding van het ge zegde, dat de Belcrumpolder zijn troetelkind is, op te merken, dat, als men van zijn kinderen houdt, men ze niet moet ver wennen. De heer BROOS vraagt stemming over het antwoord van Burgemeester en Wethouders, voor zoover dit punt 3 betreft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 418