1 AUGUSTUS 1932. 1/ 419 De VOORZITTER antwoordt den heer Broos, dat die kwestie alleen door Burgemeester en Wethouders bekeken kan worden in overleg met de Ned. Spoorwegen; een be slissing dienaangaande is thans niet te nemen. Het prae-advies van Burgemeester en Wethou ders wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 24. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op de motie van het raadslid M. M e ij v i s, betreffende de tot standkoming van een sportpark, luidende als volgt: „Naar aanleiding van de door Uw lid, den heer M e ij v i s, „in Uwe vergadering van 2 Maart 1931 (notulen blz. 386) „ingediende motie betreffende de totstandkoming van een „sportpark, welke motie in onze handen werd gesteld om „prae-advies, hebben wij de eer het navolgende te berichten. „Het voornemen bestaat voor voetbal- en wellicht andere „sportterreinen gelegenheid te vinden in het Boeimeerpark, „dat in ontwikkeling is. De behoefte aan objecten van werk verschaffing kan aanleiding zijn spoediger dan anders 't „geval ware hiermede voort te gaan, waardoor een, zij het „eenigszins bescheiden, sportpark tot stand komt. „Wij meenen dat door deze mededeeling vooralsnog, voor „zoover zich in de tegenwoordige omstandigheden daartoe de „gelegenheid opent, aan den wensch, in de motie belichaamd, „wordt voldaan." De heer MEIJVIS zegt, dat dit prae-advies zoo sober en vaag van inhoud is, dat hij ernstig meent te moeten betwij felen, of het wel in de bedoeling van zijn motie voorziet. Het voornemen van Burgemeester en Wethouders zou dan zijn om, wellicht spoediger dan anders het geval ware geweest, in den Boeimeerpolder een, volgens hun eigen zeggen, be scheiden sportpark te doen inrichten. Spr. vreest, dat in deze de zuinigheid de wijsheid zal bedriegen. Immers, er is zeer groote behoefte aan sportterreinen in deze gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 419