1 AUGUSTUS 1932. v 435
en wat voor ontspanning gezorgd. Het is dan ook hoogst
eigenaardig, dat, terwijl de zaken zóó staan, op de aanvraag
van „De Jonge Werkman" onmiddellijk wordt beslist en de
Commissie uit den Bredaschen Bestuurdersbond zoo lang
moet wachten en daarvoor telkens uitvluchten worden ge
zocht.
Ten slotte merkt Spr. op, dat, toen de zaak van socialisti-
schen kant goed liep en er een comité uit de verschillende
groepen der burgerij gevormd was, er van Katholieke zijde
alles in het werk is gesteld om den leider van het ontwikke
lingswerk, Spr.'s partijgenoot De Jong, weg te werken.
De heer VAN DER VEN zegt, dat er een 66 a 67 per
sonen voor het ontwikkelingswerk van „De Jonge Werkman
zijn ingeschreven. Toen Spr. vanmiddag het lokaal bezocht,
waren er 27 jongelui aanwezig, die zich onledig hielden met
boetseeren, houtsnijden enz.
Wethouder VAN BUITENEN merkt op, dat de heer
Haal man wel zeer breedvoerig is geweest, doch niet in
staat bleek tot argumentatie van zijn stelling, dat de Com
missie uit den Bredaschen Bestuurdersbond een andere be
handeling van de zijde van Burgemeester en Wethouders
heeft ondergaan dan „De Jonge Werkman". De heer Haai
man is in zijn betoog teruggegaan tot gebeurtenissen van
verleden jaar; hij had wellicht nog verder terug kunnen gaan,
omdat het vraagstuk der jeugdige werkloozen al ouder is,
maar het gaat hierbij niet alleen om praten over de wensche-
lijkheid van het openen van gelegenheid tot ontwikkeling en
ontspanning voor jeugdige werkloozen, doch vooral om het
organiseeren en ten uitvoer brengen van plannen daar
omtrent.
In Februari 1932 is het eerste adres van de heeren M e ij-
vis en Dejong ingekomen, waarbij zij om toekenning van
een subsidie verzochten. Den 11 den Maart d.a.v. is daarop
prae-advies uitgebracht aan den Raad, waarin Burgemeester
en Wethouders te kennen gaven niet ongenegen te zijn den