44
9 FEBRUARI 1932.
aan de algemeene welvaart zou worden toegebracht of de
gemeente door het verschaffen van werk mede kan helpen
tot het welslagen. De vraag is echter: Werken de schilders
zelf daaraan mede? Spr. heeft niet den indruk gekregen, dat
zij op dit gebied erg actief zijn. Hij heeft gehoord, dat er
wel werk voor hen zou zijn, als zij er maar om vroegen.
Nu weet Spr. wel, dat de meeste particulieren niet gaarne
laten schilderen in den winter, maar als de schilders eens
zoo wijs waren hun prijzen daarnaar te regelen, dan gelooft
Spr. wel, dat zij erin zouden slagen ook gedurende de
wintermaanden volop werk te vinden. Doch als de 24 schil
derspatroons, die Breda telt, niet in staat zijn deze honderd
gulden voor de goede zaak op te brengen, dan bewijst dit wel,
dat zij zich daaraan zeer weinig gelegen laten liggen.
De heer MEIJVIS merkt op, dat de samenwerking tus-
schen patroons en arbeiders, zooals die zich hierbij voordoet,
in den regel gunstig wordt beoordeeld. Tot dusver heeft
men alles zelf bekostigd, maar omdat dit op den duur vele
uitgaven met zich medebrengt, doet men thans een beroep
op overheidssteun. De Minister heeft zijn goedkeuring aan
de actie gehecht door een beduidend bedrag uit 's Rijks kas
daarvoor beschikbaar te stellen.
De heer Van de Ven heeft gezegd: De schilders
moeten zelf om werk gaan vragen bij de particulieren.
Welnu, in Tilburg hebben zij dat op hun manier ge
daan door van het gemeentelijk subsidie-bedrag een
wagen op te schilderen met sprekende opschriften en
daarmede door de stad te trekken, hetgeen tot resultaat heeft
gehad, dat de gemeente Tilburg dat bedrag er dubbel en
dwars uitgehaald heeft door minder werkloosheidssteun te
behoeven uit te keeren. Het gevraagde subsidie-bedrag staat
dan ook volgens Spr. niet in verhouding tot het algemeen
belang, dat met deze zaak gemoeid is.
Wat de regularisatie zelve betreft, is Spr. van meening,
dat de gemeente veel tot het welslagen daarvan kan bijdragen
door vóór te gaan met het geven van schilderwerk in de
wintermaanden.