11 AUGUSTUS 1932.
455
De heer LOONEN merkt op, dat de leening wordt ge
sloten tegen een koers van 97]/2 zoodat de netto-op
brengst slechts zal bedragen 975.000, terwijl er volgens de
overgelegde becijfering 1.000.000 noodig is. Naar aanlei
ding hiervan vraagt Spr., of er eigenlijk niet 25.000 méér
geleend moet worden.
De VOORZITTER zegt, dan men niet voort kan gaan
met zeer noodzakelijke werken, indien niet tot consolidatie
van de vlottende schuld wordt overgegaan. Zoo verkeert de
Ambachtsschool in een zoodanige positie, dat zij niet houd
baar kan worden geacht. Het Rijk heeft in het voorjaar zijn
goedkeuring gehecht aan de voorgenomen verbouwing, dus
op een moment, dat het ten volle overtuigd was van de
moeilijke tijdsomstandigheden. De uitbreiding is trouwens
noodzakelijk, ook in de oogen der Arbeidsinspectie; zij is tot
dusver uitgesteld, alleen omdat het dekkingsvraagstuk voor
de schuld moest worden opgelost. Aan den Raad zullen de
plannen alsnog worden voorgelegd. Nu kan aan den Minister
worden opgegeven, hoe het staat met de financiering.
Wat de voorgenomen uitbreiding van de huisvesting van
den Warenkeuringsdienst betreft, deze dienst is tot nog toe
op zeer eenvoudige leest geschoeid geweest; op den duur kan
evenwel niet op denzelfden voet worden voortgegaan. Het
verbouwingsplan op zich zelf komt ook nog bij den Raad in
behandeling. Het brengt weinig lasten voor de Gemeente
mede, daar de kosten in de verhoogde huur restitutie vinden,
waarin het Rijk en de districtsgemeenten betalen. In geval
deze of andere werken niet mochten tot stand komen, dan
zit de Gemeente toch nog niet te ruim in haar geld. De vraag
van den heer Van de Ven kan dus ontkennend beant
woord worden. Aan de oplossing van de kwestie van den
parallelweg met de Ginnekenstraat b.v. staan ook financieele
moeilijkheden in den weg; als deze consolidatie der vlottende
schuld haar beslag zal hebben gekregen, kan die zaak voort
gang hebben.