9 FEBRUARI 1932. 45 Spr. dringt er op aan, deze kleine subsidie te verleenen. De heer KROONE is van meening, dat het College in deze wat al te voorzichtig is. Zij stelt wèl voor, 500. subsidie beschikbaar te steilen voor het concours-hippique, terwijl, als men nagaat in hoever het algemeen belang met beide subsidies gediend is, de actie tot regularisatie in het schildersbedrijf verre de voorkeur verdient. Spr. geeft Bur gemeester en Wethouders in overweging, hun standpunt in deze alsnog te wijzigen; de toe te kennen subsidie komt dubbel en dwars in de gemeentekas terug. De heer VISSER wijst er op, dat dit geval zich nog niet heeft voorgedaan. Meestal staan werkgevers en werknemers tegenover elkaar door de tegenstrijdigheid van hun belangen, doch hier zijn zij door de bijzondere tijdsomstandigheden tot elkander gebracht, zoodat een soort bedrijfsorganisatie is ontstaan. Weliswaar moet er nog veel gebeuren, eer die samenwerking met het volste recht op dien naam aanspraak kan maken, maar er is toch een begin en men moet deze gelegenheid aangrijpen om ervaring op dit gebied op te doen. Ook Spr. bepleit subsidieering van deze actie. Wethouder VAN BUITENEN verklaart, in deze neutraal tegenover het al of niet geven van subsidie te staan. De nagestreefde regularisatie juicht Spr. toe. De ministerieele steun, waarvan in het adres sprake is, is echter niet van vandaag of gisteren, maar is al geruimen tijd geleden ver strekt uit een oogpunt van arbeidsbemiddeling; die steun heeft niets met werkloozenzorg te maken. Er kan hier dan ook geen sprake zijn van werkverruiming, doch slechts van werkverschuiving. Uit een oogpunt van algemeen belang be schouwd is deze regularisatie niet van zoo groote beteekenis als men wil doen voorkomen, zoodat er geen reden is, bij de gemeente om subsidie te komen aankloppen, te meer, daar het hierbij gaat om een klein bedrag, dat gevoeglijk door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 45