476 27 SEPTEMBER 1932. b. dat de winkel en de daar achter gelegen vertrekken, werk- en bergplaatsen op den beganen grond nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; c. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge bouwd of opgericht; d. dat, ter voldoening aan artikel 6 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethou ders ter goedkeuring worden aangeboden; e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen ge bruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ontheffing vervalt. 16. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, waarbij in overweging wordt gegeven gunstig te beschikken op een aanvraag van A. J. B. Brouwers, om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van woningen op een perceel, gelegen tusschen den Ginnekenweg en den Zand- bergweg. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt besloten adressant de gevraagde ontheffing te verleenen, onder de volgende voor waarden: a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; b. dat op de overblijvende open ruimte niets worde ge bouwd of opgericht; c. dat, ter voldoening aan artikel 6 der Woningwet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der Bouwverordening, aan Burgemeester en Wethou ders ter goedkeuring worden aangeboden;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 476