9 FEBRUARI 1932. 47 moeten zij dat doen? Zij kunnen daarvoor toch niet huis aan huis gaan aanbellen. Tengevolge van de te maken propa ganda zullen degenen, die schilderwerk te verrichten hebben, zich vanzelf komen aanmelden. De heer VISSER heeft uit de wijze, waarop de Voor zitter op zijn woorden heeft gereageerd, opgemaakt, dat deze vijandig staat tegenover bedrijfsorganisatie. De VOORZITTER komt daartegen op en zegt, dat dit volstrekt niet uit zijn woorden valt op te maken. Spr. heeft alleen opgemerkt, dat deze zaak met bedrijfsorganisatie niets te maken heeft. De heer VISSER meende uit den toon, waarmede de Voorzitter over bedrijfsorganisatie sprak, te mogen op maken, dat deze afwijzend daartegenover stond. Het bedrijfs organisatie-wezen verkeert nog in een stadium van wording; het is hier in de kiem aanwezig. De heer MEIJVIS merkt op, dat de Voorzitter als voorbeeld van de consequenties, welke uit het verleenen van de gevraagde subsidie zouden kunnen voortvloeien, het kleermakersbedrijf heeft aangehaald. Spr. zou het evenwel een groot voordeel voor de gemeente vinden als ook in dat bedrijf regularisatie kon worden tot stand gebracht; het zou haar zeker eenige honderden guldens aan werkloozensteun schelen. De Voorzitter heeft het, volgens Spr., voorgesteld alsof deze actie niet „au sérieux" moet worden genomen. Spr. is er echter van overtuigd, dat de subsidie, indien zij wordt verleend, in goede handen zal komen en wel besteed zal worden. De VOORZITTER: Maar, er is toch geen comité of commissie uit de vier organisaties gevormd, dat met de leiding van de actie belast is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 47