27 SEPTEMBER 1932. 497
,,Deze onderhoudswerken waren mede opgenomen in het
„bestek voor de verbouwing en zijn daarom ook uit dezen
„post betaald, doch hadden ten laste van den gewonen dienst
„moeten komen. Door een administratieve overboeking van
„den gewonen dienst (van volgnr. 488 via 501 F) naar den
„kapitaaldienst kunnen deze kosten alsnog ten laste van het
„betrokken hoofdstuk van den gewonen dienst worden
„gebracht.
„De overschrijding bedraagt dan nog 2.208.76.
„In het aanvankelijk plan, waarvoor het crediet van
19.000.werd verleend, was niet opgenomen het maken
„van een afsluithek aan de Groote Markt.
„Later hebben wij besloten dit hek te laten aanbrengen.
„De kosten daarvan hebben 700.— bedragen.
„Voorts werd op verzoek van de Museumcommissie het
„achtergelegen vertrek op den beganen grond der Boterhal
„verbouwd, om te dienen voor berging van zware stukken.
„De meerdere kosten ten gevolge van deze uitbreiding be
droegen 540.—. In deze kosten heeft de Museum-commis-
„sie 240.bijgedragen, welke bijdrage in de rekening over
„het dienstjaar 1931 in ontvangst op hoofdstuk VIII par. 16
„van den kapitaaldienst wordt verantwoord.
„Verder is bij den ombouw gebleken dat de gasleidingen
„van de Boterhal in slechten toestand verkeerden, waarom be
sloten werd deze leidingen door een electrische installatie te
„vervangen. De kosten hiervan zijn ook ten laste van dezen
„post gebracht en hebben 60.— bedragen.
„Op al deze uitgaven is bij den aanvang niet gerekend.
„Ten slotte is uit dezen post een bedrag van 293.06 be-
„taald aan bestedingskosten, waarop bij de begrooting voor
„de verbouwing ook niet gerekend was, omdat deze kosten
„vroeger ten laste van den gewonen dienst (algemeene kosten)
„werden gebracht.
„Het restant der overschrijding is nog 615.70. Dit kan
„niet aan een bepaalde oorzaak worden toegeschreven,
„zoodat de raming destijds ruim ƒ600.— te laag is geweest.
„Na deze uiteenzetting hebben wij de eer U voor te stellen
