9 FEBRUARI 1932. 49 Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om hen te machtigen de opneming van boeken en kas van den ge meente-ontvanger op te dragen aan een lid van hun college, luidende als volgt: „Het opnemen van boeken en kas van den gemeente- .ontvanger is ingevolge de Gemeentewet, behoudens uitzon deringen, aan het College van Burgemeester en Wethouders „opgedragen. „Wij hebben deze opnemingen overeenkomstig wettelijk „voorschrift steeds ten minste eenmaal in elk kwartaal ver dicht en daarvan door toezending van een afschrift van het „proces-verbaal aan U kennis gegeven. Zij gaven nimmer „aanleiding tot het maken van bijzondere opmerkingen. „Bij de behandeling der begrooting voor 1930 werd in het „centraal rapport van de afdeelingen van den Raad de „wenschelijkheid uitgesproken van accountants-controle op „de administratie van den gemeente-ontvanger. Ons college „antwoordde daarop, dat het deze zaak in onderzoek zou „nemen. Wij hebben dit gedaan en daarbij betrokken de in „den aanhef genoemde kasopnemingen. „De controle der boekhouding van den ontvanger is in „den loop der laatste jaren door de vele wetten en wettelijke „voorschriften uitvoeriger en ingewikkelder geworden. Een „deugdelijke kasopname, op de wijze als het door Gedepu teerde Staten vastgestelde model-proces-verbaal aangeeft, is „zeer omvattend en vereischt veel tijd. „Het natellen van boeken en kas en het constateeren, dat „de kaswaarden met het saldo der boeken al of niet overeen stemmen, is niet voldoende. Alle boekingen, zoowel ont vangsten als uitgaven, moeten één voor één worden gecon troleerd. Men behoort zich te overtuigen, dat alle bedragen „op de juiste posten zijn gebracht, dat alle uitgaven door de „noodige bewijsstukken zijn gestaafd en alle inkomsten tijdig

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 49