502 27 SEPTEMBER 1932. woorden heeft gebruikt, dan kan Spr. met nog meer recht zeggen, dat de Voorzitter verkeerde cijfers gebruikt. Spr. noemt de houding van den Voorzitter vrij brutaal. Overschrij ding van credieten door Burgemeester en Wethouders komt telkens voor, zoodat aan de overzijde ook al is gezegd: „Dat moet nu maar eens ophouden". De Voorzitter had dan ook beter kunnen beloven, dat zulks voortaan niet meer zal voor komen, dan zich met een spotlachje van de zaak afmaken. De VOORZITTER zegt, dat het een raadslid niet past te beweren, dat Burgemeester en Wethouders zich in hun nota trachten er uit te draaien. Nogmaals, als zij dit gewild hadden, dan hadden zij de zaak geheel anders kunnen aan pakken en haar in de begrooting kunnen verwerken; er zou dan misschien niets van gezegd zijn. De heer VAN DE VEN merkt nog op, dat de Voorzitter het doet voorkomen, alsof die verandering in de boekhouding erg onschuldig is; zij is echter niet zoo onschuldig. Men heeft den indruk gewekt, dat men voor 19.000.een nieuw museum zou kunnen krijgen en nu het gereed is, blijken er nog bijna 3.000.— algemeene onkosten bij te komen. Spr. is met het „nostra culpa" van den Voorzitter met betrekking tot het hek tevreden, maar hij heeft nog geen antwoord be komen op zijn vraag, of voortaan de algemeene onkosten in de aan te vragen credieten zullen worden opgenomen. De VOORZITTER: Toen de Raad indertijd het crediet van 19.000.— voteerde, kon hij weten, dat daarin de alge meene onkosten niet waren verwerkt, maar natuurlijk zullen die kosten voortaan wèl in de credieten worden opgenomen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 52, Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om den post „Onderhoud van automobielen" op de begrooting van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 502