506
27 SEPTEMBER 1932.
„hebben een hoogte van 4 M. (bovenkant vloer tot onderkant
„plafond).
„De gangen hebben een breedte van 2.10 M. bij een binnen-
„werksche hoogte van 2.50 M. Het plafond bestaat uit houten
„liggers, bekleed aan de onderzijde met Heraklith-platen en
„den bovenkant afgedekt met vloerplanken.
„De ruimte tusschen de gang-afdekking en plafondlokalen
„wordt vanuit de lokalen benut voor berg- en toonruimte.
„Bij elk der te bouwen lokalen is aanwezig een privaat met
„urinoir, welke op de gemeente-rioleering zijn aangesloten.
„In het gebouw zijn aangebracht de noodige lichtramen,
„deuren enz. De lichtramen zullen worden stalen ramen met
,,de noodige beweegbare gedeelten voor ventilatie. De wan-
„den der lokalen voor de praktijk worden afgewerkt, voor de
„lambrizeeringen in fijn cement-schuurwerk, daarboven fijn
„schuurwerk in kalkmortel. De wanden in de theoriezalen en
„teekenlokalen worden afgewerkt, voor de lambrizeering in
„Robinson-cement geschilderd, daarboven als in de praktijk-
.lokalen.
„Alle plafonds worden naar den eisch van het werk wit
„afgewerkt.
„In de trapruimten en gangen zal een dekvloer worden
„gelegd van tegels of naadlooze vloeren. De wanden worden
„afgewerkt met lambrizeering van tegels o.d. daarboven met
„de plafonds als de lokalen.
„De trappen zullen worden uitgevoerd in gewapend beton,
„afgewerkt met terrazo. De leuningen bestaan uit ijzeren hek-
.werken, waarover houten leuningen.
„Ten behoeve van de rook-afzuiging voor de smidsvuren
„wordt een schoorsteen gemetseld tegen den zuidgevel; deze
„is buiten het gebouw geplaatst om daardoor de wandruimte
„geheel vrij te houden, hetgeen noodzakelijk is voor een goede
„plaatsing der leerlingen bij de vuren.
„Om het gebouw wordt een rabat gelegd van basaltine-
tegels.
„Het gebouw zal door lagedrukstoom centraal worden
„verwarmd, de verlichting zal zijn electrisch.
