27 SEPTEMBER 1932. 507
,,Nog moet worden gerekend op de verandering der in
lichting der smederij, welke verandering een gevolg is van
„de nieuw te geven bestemming aan dit lokaal. Voorts is
„gerekend op de centrale verwarming van 8 lokalen van het
„bestaande gebouw en op een smidsvureninstallatie.
„Daar de huidige plaatsing der gebouwen door den nieuwen
„bijbouw een zeer onregelmatige en oneconomische oplossing
„zou geven, is het noodzakelijk de bestaande boerderij, waar-
„van de eene helft reeds in een zeer bouwvalligen toestand
„verkeert, te sloopen, terwijl naar het daarvoor vrijgekomen
„terrein het houten hulp-schoolgebouw wordt verplaatst.
„Verder dient nog gesloopt te worden een gedeelte van
„den bestaanden schoolvleugel, aan welke ruimte na de tot
standkoming van den aanbouw geen behoefte bestaat.
„De kosten van een en ander worden geraamd op
101.000.—. De kosten van het sloopen van schoolvleugel
„en boerderij zullen kunnen worden gevonden uit de op
brengst der daardoor vrijkomende materialen.
„Hierbij dient vermeld te worden, dat voor den aankoop
„van het terrein, waarop de boerderij is geplaatst, en het bou-
„wen van de houten loods reeds in Uwe vergadering van den
,,7en Maart 1929 een crediet werd toegestaan van ƒ30.500.
„te vermeerderen met de kosten van aankoop. (Zie gedrukte
„notulen 1929, blz. 418 e.v.).
„Wij brengen nog onder Uwe aandacht, dat de Minister
„van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft te kennen
„gegeven, dat de rentevoet van de door het Rijk gegaran
deerde leeningen, niet hooger dient te zijn dan 45/8 bij
„parikoers. De meergenoemde, met de Rijkspostspaarbank
„aangegane leening ad 1.000.000.—, is gesloten tegen onder-
„handsche schuldbekentenis bij een rente van 5 tegen een
„koers van 97Yi Van deze leening is 100.000.— bestemd
„voor de verbouwing van de Ambachtsschool.
„Door dit ministerieele voorschrift blijft dus ter zake der
„verbouwing ten laste der gemeente een grooter bedrag dan
„in normale gevallen zou moeten worden bijgedragen.
