510
27 SEPTEMBER 1932.
trachten. Spr. geeft daarom in overweging, dit extra-plafond
achterwege te laten.
De heer COHEN vraagt, of nu in dit crediet de „algemeene
onkosten" zijn opgenomen. Is dit niet het geval, dan komt
men later weer met een overschrijding.
De VOORZITTER zegt, dat hij die vraag op het oogen-
blik niet met stelligheid durft beantwoorden; Spr. neemt aan,
dat bedoelde kosten in het crediet verwerkt zijn.
De heer Van Keep zou deze verbouwing zoo zuinig
mogelijk willen doen uitvoeren. Men moet echter wel be
denken, dat dit plan het resultaat is van zeer langdurige
onderhandelingen met den betrokken Minister, zoodat men
daarin bezwaarlijk wijziging kan gaan brengen. Er zijn
trouwens al zooveel mogelijk bezuinigingen daarin aange
bracht en de Gemeente mag zich gelukkig prijzen, dat zij door
het Rijk in staat wordt gesteld, de verbouwing onder de tegen
woordige moeilijke economische omstandigheden uit te voeren.
De opmerking van den heer Van Keep zal desniettemin
aan de directie worden overgebracht, met het verzoek om,
als het geheel er niet onder lijdt, het extra-plafond achterwege
te laten.
Zooals gezegd, kan Spr. de vraag van den heer Cohen
niet direct beantwoorden, daar hij de desbetreffende stukken
niet bij de hand heeft. De post „Onvoorziene Uitgaven" is
evenwel zeer ruim geraamd, zoodat er voor den Raad wel geen
bezwaar zal zijn, uit dien hoofde het gevraagde crediet te
verleenen. In elk geval is de Raad er nu door de vraag van
den heer C o h e n op voorbereid, dat de mogelijkheid bestaat,
dat er nog een post voor algemeene onkosten bij komt. De
nieuwe wijze van boekhouden bij Openbare Werken is
namelijk pas ingevoerd, terwijl dit plan reeds geruimen tijd
hangende is.
De heer COHEN merkt op, dat de Voorzitter beweert, dat
de nieuwe boekhouding pas zou zijn ingevoerd, terwijl in het
voorstel, onder punt 51 der agenda vermeld, wordt gesproken