J 27 SEPTEMBER 1932. 511 van ,,de in 1931 ingevoerde nieuwe boekhouding bij den dienst van Openbare Werken". Er is dus dan toch wel tijd geweest om de algemeene onkosten in dit crediet op te nemen. Spr. had verwacht, dat de Voorzitter in zijn kwaliteit van voorzitter der Commissie van toezicht op het Nijverheidsonderwijs, wel zou hebben weten te zeggen, of dit gebeurd is of niet. Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat het inderdaad juist is, dat de nieuwe boekhouding over het jaar 1931 is toegepast geworden. Die toepassing heeft evenwel eerst in Juni 1932, bij het opmaken van de rekening over 1931, plaats gevonden; zulks kon nu eenmaal niet eerder. Men behoeft er zich dus niet over te verwonderen, wanneer de algemeene onkosten niet in deze begrooting berekend zijn. De heer SCHRAUWEN vraagt, of het gevraagde crediet nu werkelijk voldoende is. Toen de Ambachtsschool den vo- rigen keer verbouwd is, heeft de Raad tot driemaal toe een suppletoir crediet moeten toestaan. De VOORZITTER zegt, dat hetgeen de heer Schrau- w e n in herinnering brengt, inderdaad juist is. Die overschrij dingen zijn toen door den Raad goedgekeurd, omdat er goede gronden voor waren. Op het oogenblik staat de zaak zoo, dat het Burgemeester en Wethouders, gesteld dat zij dat wilden, niet gemakkelijk zou gelukken de bijdrage vergroot te zien, omdat het Rijk in de gegeven omstandigheden zeer karig zal zijn. Men zal dus nu wel met het toegestane crediet moeten toekomen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 55. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot be schikbaarstelling van een crediet, groot 10.580.-, voor werkverschaffing in de Vrachelsche Heide.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 511