1/ b. „ons te machtigen dit huisje, zoodra het gereed is, te „verhuren aan de N. V. „Kwatta" voor een termijn „van 10 jaren en tegen een jaarlijks te betalen huur prijs van 700.. 27 SEPTEMBER 1932. 515 Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 61. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van de minimum- en de maximum-huur der woningen voor sociaal-achterlijken aan het Westeinde, luidende als volgt: „Na de tot standkoming van een gedeelte der 157 woningen „voor sociaal-achterlijken aan het Westeinde in deze gemeente „werd door ons een uitgebreide correspondentie gevoerd met „Zijne Excellentie den Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid, inzake de huurregeling dezer woningen. Ten slotte „werd overeenstemming verkregen en keurde de Minister goed, „dat de minimum-huur dezer woningen wordt bepaald op 2.85 en de maximum-huur op 3.85, vermeerderd met de „kosten voor waterverbruik. Voor elke plaatsing afzonderlijk „zal, met vermelding van samenstelling van het gezin en „gezinsinkomsten, de goedkeuring van den Minister moeten „worden gevraagd. „Wij hebben de eer U voor te stellen voor de huur der „woningen aan het Westeinde het minimum te bepalen op 2.85 en het maximum op 3.85, vermeerderd met kosten „voor waterverbruik en ons te machtigen de woningen aan „daarvoor in aanmerking komende gezinnen in huur te geven." De heer VAN DER VEN had liever gezien, dat deze wo ningen eenvoudig waren aangeduid als „gemeentewoningen aan het Westeinde" en niet als „woningen voor sociaal achterlijken", aangezien hij dien naam zoo misplaatst vindt. De VOORZITTER zegt, dat ieder het daarmede wel eens zal zijn; de uitdrukking werd vroeger vaak gebruikt, is daarna

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 515