516 27 SEPTEMBER 1932. meer en meer in onbruik geraakt, maar wordt zoo nu en dan administratief nog weieens gebezigd. De heer HAALMAN herinnert aan de behandeling van het voorstel tot den bouw van deze woningen, waarbij een voor stel van het toenmalig raadslid, den heer Z ij 1 m a n s, is ver worpen, omdat anders de huren daardoor boven het bedrag van 2.80 per week zouden uitgaan. Nu wordt echter al voorgesteld, de huur tot 3.85 per week op te voeren, d.i. al ruim een gulden meer dan toen in de exploitatie-rekening werd aangenomen. Bovendien stellen Burgemeester en Wethouders voor, de huur te vermeerderen met de kosten van waterverbruik ad 20 cents per week. Er was tot dusver geen sprake van geweest om de bewoners van deze gemeente-woningen de kosten van waterverbruik te laten betalen. Zij komen allen uit woningen, waar de waterleidingprijs in de huur begrepen was en hebben nu ineens een aanschrijving gekregen, dat zij het waterverbruik moeten betalen. Voor sommigen beteekent dit, dat zij een bedrag van 6 a 9 gulden moeten voldoen en daarbij nog geregeld 20 cents per week moeten bijdragen. Waar moeten die menschen, die tot de allerarmsten behooren, dat geld vandaan halen, vraagt Spr. Hij stelt dan ook voor, in dit geval de kosten van waterverbruik voor rekening der Gemeente te nemen, te meer daar zulks ook met betrekking tot andere gemeente-woningen geschiedt. De heer Van der Ven heeft zeer terecht verzocht, den naam „sociaal-achterlijken" ten opzichte van deze woningen achterwege te laten, want nu reeds doet zich het feit voor, dat het odium van minderwaardigheid op die huisjes gaat drukken. Als men eenigszins kan, verlaat men ze. En komen zij eenmaal leeg te staan, dan zal men niet zoo gemakkelijk andere huurders krijgen. Men moet dus trachten de bewoning te bevorderen en mitsdien niet te hooge huren gaan opleggen, anders vreest Spr., dat de exploitatie van deze woningen een strop voor de Gemeente zal worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1932 | | pagina 516